26 mei 2012

Je buren zijn belangrijk, zeggen onze buren.

Derde strofe: het laatste deel van het artikel in de Antwerpenaar.

"Oudere mensen mopperen

Eén op drie Antwerpenaars is jonger dan 24. Oudere mensen mogen wat vriendelijker zijn tegen kinderen en jongeren, want die zijn in de meerderheid.

Miek: “Vroeger was het andersom, hé. Toen stonden jongeren op bus of tram op voor oudere mensen. Nu zie ik kinderen soms naar me kijken: ‘Zou je niet opstaan voor mij?’”
Maria: “Ik moet eerlijk zeggen dat het alleen maar de Marokkaanse jongeren zijn die rechtstaan voor mij.”
Sirka: “Ik las onlangs iets over oudere mensen die alsmaar langer ‘jong’ blijven, speels en vol leven. Maar, stond er, als er dan jongeren in de buurt lawaai maken, zijn ze opeens minder tolerant en willen ze niet gestoord worden. Het werkt dus langs twee kanten.”
Stefaan: “Het is wel zo – en dat is toch typisch Antwerps – dat oudere mensen graag mopperen op jongeren. Zo gauw ze iets doen, krijgen ze een preek. Er zijn best wel verzuurde oudere mensen, soms grappig om te zien. Je kan ook positief zijn tegen die jonge mensen. Het is een beetje geven en nemen.”

Mensen worden banger
De criminaliteit in Anwerpen steeg vorig jaar met vijf procent. Vooral handtasdiefstallen, inbraken in auto’s en diefstallen met geweld stegen. Voelen jullie je veilig op straat?

Miek: “Ik voel me niet onveilig hier en ik durf ’s avonds de straat op. Ik ben ook nog nooit lastig gevallen – dat heeft ook wel met mijn leeftijd te maken, denk ik – en ik heb niets meegemaakt, behalve inbraken in huizen. Maar dat heb je overal.”
Maria: “Weer denk ik dat je niet te snel mag generaliseren. De media zijn soms misschien wat te negatief, waardoor mensen banger worden. We durven niemand meer ter hulp te schieten, want we lezen in de krant over mensen die dan zelf in de problemen komen, bijvoorbeeld. Misschien is er in de pers te veel aandacht voor die negatieve dingen. Een vriendin van me is overvallen op de Kattenberg. Ze viel op de grond en ze gingen lopen met haar tas. Twee Marokkaanse mannen zijn er achteraan gegaan, ze hebben de dieven kunnen vatten en hebben mijn vriendin alles terugbezorgd. ‘Dat,’ zei mijn vriendin, ‘komt dan weer niet in de krant’.”
Stefaan: “De naam Borgerhout staat door de berichtgevingen nog altijd voor ‘gevaarlijk’. Ik kom voor mijn werk overal in Vlaanderen en als ze horen dat ik in Borgerhout woon, is dat van ‘oei, zo gevaarlijk daar’.”
Abdelaziz: “Dat maak ik ook mee! Ze denken dat we hier niet eens buiten durven te komen. Maar dat hier heel toffe mensen wonen, dat de solidariteit hier groot is, dat lezen ze niet.”
Maria: “Ik vind het nog altijd een verrijking, de diversiteit hier. Het is hier gezellig.”
Stefaan: “Ik heb hier geen enkel probleem, ik voel me hier goed en veilig. Ik weet alleen niet hoe je van die slechte naam afkomt.”
Sirka: “Ik denk dat dat stukje bij beetje wel komt. De jonge gezinnen die hier komen wonen, de hippe cafés die opengaan. Op termijn komt dat wel goed.”
Stefaan: “Alleen moeten we zien dat het hier niet te populair wordt! Het moet hier niet het nieuwe Zuid worden, hé.”

Je buren zijn belangrijk
Volgens een recent onderzoek is 90 procent van de Belgen tevreden met zijn buren. Toch zouden mensen in de stad vaak een echt buurtgevoel missen. Hoe zit dat bij jullie?
Abdelaziz: “Wij hebben een mooi contact samen. We gaan elk jaar samen eten, doen die Lentepoets, een barbecue, …”
Sirka: “We hebben vandaag een jarige buurvrouw, 88 jaar wordt ze. Vanochtend kreeg ik een mailtje van een andere buurvrouw: ‘Is het niet tijd voor een bloemetje?’ En dan leggen we samen. Dat is gewoon heel mooi, dat maakt dat ik hier zo graag woon.”
Stefaan: “Het mooie is dat het gewoon is gegroeid, door de Lentepoets, hét moment waarop we allemaal buiten komen. ‘Op welk nummer woon jij?’ is dan de meest gehoorde vraag. Dan leer je mensen op een ongedwongen, natuurlijke manier kennen. En voor je het weet, leg je samen voor een boeket.”
Abdelaziz: “Ik vind één keer per jaar gaan eten of een Lentepoets eigenlijk wel wat weinig. In Marokko heb je een gezegde: ‘Voor je een huis zoekt, zoek je buren’. De mensen in je straat zijn heel belangrijk, zeker in mijn thuisland. Daar loop je gewoon binnen bij elkaar en als je iets nodig hebt, weet je dat je buur je zal verder helpen. Ik zou het bijvoorbeeld geen probleem vinden om af en toe op een zaterdag een buur te helpen. Een kamer die moet worden geschilderd, elektriciteit nakijken, … Dat doe je toch gewoon voor elkaar als buren?”

Geen opmerkingen: