27 mei 2012

Burendag

Hoi, hier ben ik weer.

Dinsdag is het officiële burendag; niet dat wij zo'n speciale dag nodig hebben, maar ik wou jullie vragen om mee de twee flessen cava op te drinken die zijn overgebleven van ons vorig burenfeest.

Ik stel voor om als we niet met te veel zijn, voor nr 27 te verzamelen met je eigen stoeltjes. Cavaglazen hebben we, maar wie iets anders wil drinken zal zelf voor zijn natje en het bijhorende glas moeten zorgen.

Wie komt er meedoen rond een uur of 8 ('s avonds natuurlijk)?
Zijn we met teveel, dan verhuizen we naar de overkant in de inham van de kerk, waar met de lentepoets de tentjes stonden.

26 mei 2012

Speelstraat

In de zomer organiseren we voor drie dagen op vrijdag 27, zaterdag 28 en zondag 29 juli een superplezante speelstraat voor al de kinderen uit onze straat en de Tabernakelstraat in het stuk aan de kerk tussen Tabernakelstraat en Sint-Janstraat.
Elke dag heeft een eigen thema met aangepaste speeltjes.
Als je zelf geen kinderen hebt, ben je ook welkom om er gezellig te komen bij zitten en misschien wel mee te spelen; babbelen mag ook. Afhankelijk van het weer kunnen we tot 21 uur ook samen iets knabbelen, van de BBQ bijvoorbeeld.

Omdat dat voor de eerste keer doorgaat, moeten we van de stad een enquête afnemen bij de straatbewoners. Enkele dagen geleden heb je daarvoor een brief van Opsinjoren in de bus gehad, maar je kan ook antwoorden via de link in de titel van dit artikel. Dus klik even op de titel en geef je mening! Bij Marijke (nr.23) kan je je naam op de lijst komen zetten. Dit alles voor 4 juni aub.

Je buren zijn belangrijk, zeggen onze buren.

Derde strofe: het laatste deel van het artikel in de Antwerpenaar.

"Oudere mensen mopperen

Eén op drie Antwerpenaars is jonger dan 24. Oudere mensen mogen wat vriendelijker zijn tegen kinderen en jongeren, want die zijn in de meerderheid.

Miek: “Vroeger was het andersom, hé. Toen stonden jongeren op bus of tram op voor oudere mensen. Nu zie ik kinderen soms naar me kijken: ‘Zou je niet opstaan voor mij?’”
Maria: “Ik moet eerlijk zeggen dat het alleen maar de Marokkaanse jongeren zijn die rechtstaan voor mij.”
Sirka: “Ik las onlangs iets over oudere mensen die alsmaar langer ‘jong’ blijven, speels en vol leven. Maar, stond er, als er dan jongeren in de buurt lawaai maken, zijn ze opeens minder tolerant en willen ze niet gestoord worden. Het werkt dus langs twee kanten.”
Stefaan: “Het is wel zo – en dat is toch typisch Antwerps – dat oudere mensen graag mopperen op jongeren. Zo gauw ze iets doen, krijgen ze een preek. Er zijn best wel verzuurde oudere mensen, soms grappig om te zien. Je kan ook positief zijn tegen die jonge mensen. Het is een beetje geven en nemen.”

Mensen worden banger
De criminaliteit in Anwerpen steeg vorig jaar met vijf procent. Vooral handtasdiefstallen, inbraken in auto’s en diefstallen met geweld stegen. Voelen jullie je veilig op straat?

Miek: “Ik voel me niet onveilig hier en ik durf ’s avonds de straat op. Ik ben ook nog nooit lastig gevallen – dat heeft ook wel met mijn leeftijd te maken, denk ik – en ik heb niets meegemaakt, behalve inbraken in huizen. Maar dat heb je overal.”
Maria: “Weer denk ik dat je niet te snel mag generaliseren. De media zijn soms misschien wat te negatief, waardoor mensen banger worden. We durven niemand meer ter hulp te schieten, want we lezen in de krant over mensen die dan zelf in de problemen komen, bijvoorbeeld. Misschien is er in de pers te veel aandacht voor die negatieve dingen. Een vriendin van me is overvallen op de Kattenberg. Ze viel op de grond en ze gingen lopen met haar tas. Twee Marokkaanse mannen zijn er achteraan gegaan, ze hebben de dieven kunnen vatten en hebben mijn vriendin alles terugbezorgd. ‘Dat,’ zei mijn vriendin, ‘komt dan weer niet in de krant’.”
Stefaan: “De naam Borgerhout staat door de berichtgevingen nog altijd voor ‘gevaarlijk’. Ik kom voor mijn werk overal in Vlaanderen en als ze horen dat ik in Borgerhout woon, is dat van ‘oei, zo gevaarlijk daar’.”
Abdelaziz: “Dat maak ik ook mee! Ze denken dat we hier niet eens buiten durven te komen. Maar dat hier heel toffe mensen wonen, dat de solidariteit hier groot is, dat lezen ze niet.”
Maria: “Ik vind het nog altijd een verrijking, de diversiteit hier. Het is hier gezellig.”
Stefaan: “Ik heb hier geen enkel probleem, ik voel me hier goed en veilig. Ik weet alleen niet hoe je van die slechte naam afkomt.”
Sirka: “Ik denk dat dat stukje bij beetje wel komt. De jonge gezinnen die hier komen wonen, de hippe cafés die opengaan. Op termijn komt dat wel goed.”
Stefaan: “Alleen moeten we zien dat het hier niet te populair wordt! Het moet hier niet het nieuwe Zuid worden, hé.”

Je buren zijn belangrijk
Volgens een recent onderzoek is 90 procent van de Belgen tevreden met zijn buren. Toch zouden mensen in de stad vaak een echt buurtgevoel missen. Hoe zit dat bij jullie?
Abdelaziz: “Wij hebben een mooi contact samen. We gaan elk jaar samen eten, doen die Lentepoets, een barbecue, …”
Sirka: “We hebben vandaag een jarige buurvrouw, 88 jaar wordt ze. Vanochtend kreeg ik een mailtje van een andere buurvrouw: ‘Is het niet tijd voor een bloemetje?’ En dan leggen we samen. Dat is gewoon heel mooi, dat maakt dat ik hier zo graag woon.”
Stefaan: “Het mooie is dat het gewoon is gegroeid, door de Lentepoets, hét moment waarop we allemaal buiten komen. ‘Op welk nummer woon jij?’ is dan de meest gehoorde vraag. Dan leer je mensen op een ongedwongen, natuurlijke manier kennen. En voor je het weet, leg je samen voor een boeket.”
Abdelaziz: “Ik vind één keer per jaar gaan eten of een Lentepoets eigenlijk wel wat weinig. In Marokko heb je een gezegde: ‘Voor je een huis zoekt, zoek je buren’. De mensen in je straat zijn heel belangrijk, zeker in mijn thuisland. Daar loop je gewoon binnen bij elkaar en als je iets nodig hebt, weet je dat je buur je zal verder helpen. Ik zou het bijvoorbeeld geen probleem vinden om af en toe op een zaterdag een buur te helpen. Een kamer die moet worden geschilderd, elektriciteit nakijken, … Dat doe je toch gewoon voor elkaar als buren?”

24 mei 2012

De buren over verschillende culturen

Hier zijn we alweer! We blijven even bij de zaak en geven je het tweede deel van het interview in de Antwerpenaar.  Dit artikel lijkt me een mooie illustratie van de sfeer in onze straat, niet voor niets de tofste straat van Borgerhout!
Nog even terzijde: de agenda in de rechtermarge dateert nog van 2009 dus rep je niet naar één van de evenementen...
Deel 2:

Het is de opvoeding, niet de cultuur

Er leven maar liefst 173 nationaliteiten in Antwerpen en er zijn heel wat godsdiensten. Is Antwerpen een gastvrije stad?

Miek: “Van in de vijftiende eeuw al is Antwerpen een bekende havenstad die verschillende nationaliteiten aantrok. Dat is iets om trots op te zijn, al is het niet altijd evident. Als ik lees over wat er momenteel in Brussel gebeurt, hou ik mijn hart vast.”
Sirka: “Je kan Antwerpen niet vergelijken met andere steden, denk ik, net omdat het een havenstad is. Die beweging zie je niet in andere steden. En wat die diversiteit betreft: misschien hebben we er te lang een romantisch beeld van gehad. Diversiteit werkt volgens mij alleen als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.”
Maria: “Ik woon hier het langste van ons allemaal, en ik heb toch een evolutie gezien die me zorgen baart. Je kan ’s avonds niet meer naar buiten, je durft bijna je handtas niet meer meenemen. En wat ik ook erg vind, is hoe vuil het hier geworden is. Voor mij is dat moeilijk. Ik kom nog uit een generatie waar op vrijdag de ijzeren emmers rammelden en iedereen op straat kwam om te poetsen.”
Miek: “Toen waren de vrouwen nog fulltime thuis. Emancipatie is een goede zaak, maar heeft natuurlijk wel gevolgen. Maar we hebben wél onze jaarlijkse Lentepoets! Die heeft toch iets teweeggebracht. Er is een grotere solidariteit onder de buren gekomen, vind ik. Laatst was er ingebroken…”
Stefaan: “Bij mij. Het was mooi om te zien: mijn buren hebben de politie gebeld en hebben gewacht bij de deur tot die er was.”
Miek: “Die solidariteit is echt iets van de laatste jaren. Vroeger leefden we meer naast elkaar.”
Sirka: “Het is een gevolg van een noodzaak. Doordat er meer inbraken zijn, hebben we meer nood aan solidariteit. De overheid kan wel een Lentepoets organiseren, maar het zijn de mensen die het een gezicht geven.”
Maria: “Je moet ook geluk hebben met je buren. De laatste vijf jaar zijn hier veel jonge gezinnen komen wonen. Het verschil is heel groot, het heeft de straat weer tot leven gebracht. En ja, verschillende culturen, dat is aanpassen. Maar veel heeft te maken met hoe je er zelf tegenover staat. Het gebeurt hoor, dat allochtone jongeren me uitdagen. Maar dan zeg ik gewoon: ‘Dag vrienden’, en dan zie je dat het verandert. Als je zelf boos wordt en gaat roepen, escaleren die dingen.”
Abdelaziz: “Wat niet wil zeggen dat ze mogen uitdagen.”
Maria: “Maar het zijn kinderen, ze moeten het gewoon nog leren.”
Stefaan: “Ik wil nog even inpikken op de propere straten. Daarin zie ik toch culturele verschillen. Ik ben opgevoed met de boodschap dat je niets op straat gooit, maar ik zie allochtonen dat constant doen. Ik kan er niets op zeggen, want het is een cultuurverschil. Ik kan alleen maar hopen dat het met verloop van tijd verandert.”
Abdelaziz: “Het heeft niets te maken met cultuur, hoor. Ik ben ook opgevoed met de boodschap dat het niet hoort. Het heeft te maken met ouders die dat hun kinderen niet meegeven. Jullie kennen mijn kinderen, die doen dat toch niet?”
Maria: “Jullie gezin is heel sociaal, jullie leven echt samen met ons. Terwijl er veel allochtone gezinnen zijn die veel geïsoleerder leven.”
Abdelaziz: “Ik ben hier al van mijn achttiende, mijn vrouw is naar hier gekomen in 1974. Ik denk dat dat een groot verschil maakt. Wij leven hier al lang. We leven hier samen met jullie. De jongeren die hier zijn geboren, daar zitten de problemen, volgens mij. Ze zitten tussen de twee werelden. Hun ouders vinden het zelf ook heel moeilijk.”
Miek: “Het is echt maar met een kleine groep dat er problemen zijn. Ik geef les in een school waar tachtig tot negentig procent van de leerlingen allochtoon is, maar wij hebben in onze school zo goed als geen problemen. Het gaat er respectvol aan toe, ondanks al die verschillende nationaliteiten.”
Abdelaziz: “Ik vind dat je niet mag denken in termen als: het zijn allochtone jongeren. Want niet alle allochtone jongeren zijn zo. Het is de opvoeding, niet de cultuur.”

23 mei 2012

De blog herleeft!

Beste buren,
Hier zijn we weer met onze eigenste 'krant' van de straat.  Het heeft wel drie jaar geduurd, maar nu ben ik er weer klaar voor. 
Wie zich geroepen voelt om artikeltjes te schrijven, meld je aan en je krijgt toegang als schrijver. 
Als je niet zo'n schrijver bent, dan kan je altijd een reactie plaatsen.  Daarvoor klik je op de link onderaan de tekst 'x reacties'
Naast de actualiteit, zal ik proberen om ook wat gebeurtenissen uit de voorbije drie jaar op te halen.

Het eerste wapenfeit dat ik jullie kan melden: onze straat staat met een levensgroot artikel van wel zes bladzijden in de Antwerpenaar.  Ik zal het gedurende enkele dagen met stukjes kopiëren, zodat het op deze blog voor het nageslacht bewaard blijft.

“Je moet geluk hebben met je buren”



Deel 1:
We zijn in Antwerpen met meer dan 500.000 en we zijn allemaal heel verschillend. Het is niet altijd gemakkelijk, maar wel boeiend. Dat weten ook de bewoners van de Sint-Mattheusstraat in Borgerhout. Wat vinden zij van Antwerpen vandaag? “Al die verschillen, dat is aanpassen. Maar veel heeft te maken met hoe je er zelf tegenover staat.”
We kunnen toch geen woonquota invoeren?"
Antwerpen telt 506.000 inwoners. Tegen 2020 zouden dat er tussen de 526.000 en de 538.000 zijn. Is de stad volgens jullie groot genoeg voor al die mensen? En hoe kunnen we het aangenaam houden voor elkaar?
Stefaan: “Ik zie dat de stad zich voorbereidt op een groei. Er komen meer trams, ze rijden verder. De stad beseft dat ze niet alleen in aantal inwoners groeit, maar ook in oppervlakte. Dat is belangrijk, want de rest heb je niet in de hand.”
Miek: “Misschien moeten we toch denken aan een spreidingsplan, zoals voor de scholen. In de rand rond de stad heb je amper tien procent allochtonen in de scholen. Daar wordt het compleet wit.”
Stefaan: “Wij hebben in onze straat een heel mooie mix, maar dat kan je niet opleggen. Je kan geen woonquota invoeren, hé. Een stad is een stad, je blijft buurten houden die guurder zijn dan andere, die dynamiek kan je niet wegnemen. Dat maakt het ook boeiend.”
Abdelaziz: “Maar dat heeft ook te maken met de mogelijkheden. Mensen gaan in een wijk wonen door de prijzen die er worden gevraagd. Vroeger was het hier goedkoop, dat heeft veel allochtonen naar hier gelokt. En het is logisch dat je in de buurt gaat wonen van familie en vrienden, zeker als je uit een ander land komt. Toen ik uit Marokko naar hier kwam, ben ik in dezelfde straat gaan wonen als mijn familie.”
Maria: “Het is in elk geval iets dat ik heb zien evolueren. Er is een tijd geweest dat ik alleen nog tussen oudere mensen en Marokkanen leefde. Toen er jonge mensen naar hier kwamen, was dat echt een zegen. Het is een cadeau om hier te wonen nu.”
Abdelaziz: “We hebben geluk, ik zie ook andere straten. Buurten waar ik niet zou willen wonen. Je hebt die diversiteit nodig. Wij zijn gelukkig, omdat dat evenwicht er is.”
Maria: “Wat ik wél jammer vind, zijn de winkels in onze buurt. Veel van de buurtwinkels zijn verdwenen. Er zijn heel veel allochtone winkels in de plaats gekomen, met allemaal hetzelfde aanbod.”
Abdelaziz: “Een winkel openen is gemakkelijk, hé. Voor een Marokkaan is het in elk geval makkelijker dan een job vinden. Ga maar eens solliciteren als Marokkaan…”
Stefaan: “Er is niemand die hen dat kwalijk neemt, maar ik mis die verschillende dingen van vroeger. Een snoepwinkeltje, een krantenwinkel, een slager, een bakker.”
Abdelaziz: “Het is gewoon veel duurder geworden om een winkel te openen. Probeer maar eens een snoepwinkeltje rendabel te maken tegenwoordig.”

Zo, dat was het voor vandaag!  Daar heb ik zelf nog niet veel voor moeten schrijven: een kwestie van warmlopen :-)